Перевод: со всех языков на все языки

со всех языков на все языки

Со всех языков на:
Все языки
Со всех языков на:
Все языки
Английский
Нидерландский
Русский
Французский

geweld aandoen

Толкование Перевод

1 geweld aandoen

сущ.
общ. насиловать, употребить насилие

Dutch-russian dictionary > geweld aandoen
2 geweld aandoen

v. violate, do violence to, force, outrage

Holandés-inglés dicionario > geweld aandoen
3 geweld aandoen

violer

Nederlands-Franse woordenlijst > geweld aandoen
4 de waarheid geweld aandoen

de waarheid geweld aandoen

stretch the truth

————————

de waarheid geweld aandoen

strain/stretch the truth

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de waarheid geweld aandoen
5 zichzelf geweld aandoen

zichzelf geweld aandoen

se faire violence

Deens-Russisch woordenboek > zichzelf geweld aandoen
6 zijn geweten geweld aandoen

zijn geweten geweld aandoen

violenter sa conscience

Deens-Russisch woordenboek > zijn geweten geweld aandoen
7 zichzelf geweld aandoen

zichzelf geweld aandoen

〈 zich beheersen〉 restrain oneself; 〈 zich inspannen〉 force oneself; 〈 zijn principes verloochenen〉 act contrary to one's principles

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zichzelf geweld aandoen
8 zichzelf geweld aandoen

мест.
общ. напрячь все свой силы, принуждать себя

Dutch-russian dictionary > zichzelf geweld aandoen
9 geweld

geweld

1 violence ⇒ force, 〈 grote kracht ook〉 strength

♦voorbeelden:

1   het geweld van de storm • the violence of the storm

     grof geweld • brute force/strength

     psychisch geweld • mental cruelty

     zichzelf geweld aandoen • 〈 zich beheersen〉 restrain oneself; 〈 zich inspannen〉 force oneself; 〈 zijn principes verloochenen〉 act contrary to one's principles

     de waarheid geweld aandoen • stretch the truth

     geweld gebruiken (tegen) • use force/violence (against)

     〈 juridisch〉 bedreiging met geweld (tegen personen) • threats of violence

     zich met geweld toegang verschaffen • force one's way in; 〈 inbreker ook〉 force an entry

     iemand met geweld verwijderen • remove someone by force

¶   hij wilde met alle geweld naar huis • he wanted to go home at all costs

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geweld
10 geweld

geweld

1 violence 〈v.〉 ⇒ 〈 moreel〉 contrainte 〈v.〉

♦voorbeelden:

1   grof geweld • force brutale

     met groot, ruw geweld • avec une grande brutalité

     psychisch geweld • violence psychique

     seksueel geweld • violences sexuelles

     verbaal geweld • 〈 scheldpartij〉 invectives; 〈 stortvloed van woorden〉 torrent de paroles

     zichzelf geweld aandoen • se faire violence

     geweld met geweld beantwoorden • répondre à la violence par la violence

     met geweld ergens binnendringen • pénétrer de force qp.

     geweld gebruiken • avoir recours à la force

     tot geweld overgaan • recourir à la violence

     met geweld • par la force

     hij rukte de deur met geweld open • il a ouvert la porte violemment

¶   hij wilde met alle geweld naar huis • il voulut rentrer à toute force

→ link=geweten geweten, link=waarheid waarheid

Deens-Russisch woordenboek > geweld
11 forcer

forcer [forsee]

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 veel kracht zetten ⇒ forceren, zich hard inspannen

2 in kracht toenemen

3 klemmen ⇒ stroef lopen

4 〈 sport en spel〉 overtroeven ⇒ een hogere kaart spelen

♦voorbeelden:

1    forcer de voiles • alle zeilen bijzetten

forcer sur les rames • uit alle macht roeien

ne forcez pas sur l'alcool • niet overdrijven met de (sterke) drank

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 geweld uitoefenen op ⇒ met geweld nemen, openbreken

2 druk uitoefenen op ⇒ dwingen, noodzaken (tot), verplichten

3 te veel vergen van ⇒ forceren

4 overdrijven ⇒ te sterk aanzetten

♦voorbeelden:

1    forcer une femme • een vrouw verkrachten

forcer le sens de ses paroles • zijn woorden verdraaien

forcer la vérité • de waarheid geweld aandoen

2    forcer le coeur de qn. • iemand dwingen

〈 formeel〉 forcer le destin • het lot naar zijn hand proberen te zetten

forcer la main à qn. • iemand (ergens toe) dwingen

forcer le respect • respect afdwingen

forcer qn. à, de 〈+ onbepaalde wijs〉 • iemand dwingen te, noodzaken te

  → dose

3    forcer sa nature • zichzelf geweld aandoen

forcer la nature • te veel van zichzelf vergen

forcer les plantes • planten trekken

4    forcer l'allure • het tempo opvoeren

forcer la note • een te hoge rekening uitschrijven; 〈 figuurlijk〉 overdrijven

III se forcer 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich dwingen

v

1) forceren

2) in kracht toenemen

3) klemmen

4) overtroeven [spel]

5) beschadigen

6) openbreken

7) dwingen, verplichten

8) overdrijven

Dictionnaire français-néerlandais > forcer
12 outrage

n. schandaal; ramp; belediging; onrecht
--------
v. geweld aandoen, beledigen, krenken

outrage¹

[ autreedzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 geweld(daad) ⇒ wandaad, misdaad/drijf; aanslag; belediging, smaad; schandaal

2 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 verontwaardiging

————————

outrage²

〈 werkwoord〉

1 geweld aandoen ⇒ zich vergrijpen aan; schenden, overtreden; een aanslag plegen op; beledigen, krenken

2 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 verontwaardigd maken

English-Dutch dictionary > outrage
13 Zwang

Zwang

〈m.; Zwang(e)s, Zwänge〉

1 dwang ⇒ drang, noodzaak; 〈 juridisch〉 geweld

♦voorbeelden:

1 der Zwang der Mode • het dictaat van de mode

allen Zwang ablegen • zich vrij, ongedwongen bewegen

sich 〈 3e naamval〉 Zwang antun • zich geweld aandoen

einer Sache Zwang antun • iets geweld aandoen

tun Sie sich keinen Zwang an! • doet u maar of u thuis bent!

unter Zwang stehen • onder druk, pressie staan

der Zwang zum Einsparen • de noodzaak tot bezuinigen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Zwang
14 strain

n. spanning; (het) drukken; moeite; verstuiken; melodie; toon; tendens, richting; karakter; afkomst
--------
v. spannen; inspannen; krom buigen; zeven

strain¹

[ streen] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 spanning ⇒ druk, trek; 〈 figuurlijk〉 belasting; inspanning

2 〈 natuurkunde, techniek, technologie〉 vervorming ⇒ vormverandering, rek

3 overbelasting ⇒ uitputting

4 verrekking 〈 van spieren〉 ⇒ verstuiking

5 〈 meestal meervoud〉 flard 〈 van muziekstuk, gedicht〉 ⇒ melodie

6 stijl ⇒ trant, toon 〈 van uitdrukken〉

7 (karakter)trek ⇒ element

8 stam ⇒ ras, soort

♦voorbeelden:

1   place/put a strain on someone • een zware belasting zijn voor iemand

————————

strain²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 zich inspannen ⇒ moeite doen, zwoegen

2 〈+at〉 rukken (aan) ⇒ trekken

♦voorbeelden:

2   strain at the leash • aan de teugels trekken, zich los willen rukken 〈 in het bijzonder figuurlijk〉

¶ strain against • zich aandrukken tegen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 spannen ⇒ (uit)rekken

2 inspannen ⇒ maximaal belasten

3 overbelasten ⇒ te veel vergen van; 〈 figuurlijk〉 geweld aandoen

4 verrekken 〈 spieren〉 ⇒ verdraaien

5 vastklemmen

6 zeven ⇒ laten doorsijpelen

7 afgieten

♦voorbeelden:

2   strain one's eyes • turen, ingespannen kijken

3   strain the truth • de waarheid geweld aandoen

     strain one's voice • zijn stem forceren

English-Dutch dictionary > strain
15 contraindre

contraindre [kõtrẽdr]

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 dwingen (tot) ⇒ noodzaken, aanzetten (tot)

2 〈formeel; gevoelens〉 bedwingen ⇒ in bedwang houden, onderdrukken

♦voorbeelden:

1 contraindre à 〈+ onbepaalde wijs〉 • noodzaken, dwingen te

contraindre à qc. • verplichten tot iets

II se contraindre 〈 wederkerend werkwoord〉

1 〈+ à + onbepaalde wijs〉 zich (ertoe) dwingen (om) ⇒ zich geweld aandoen (om)

2 zich inhouden ⇒ zich bedwingen

1. v
1) dwingen (tot), noodzaken

2) bedwingen, onderdrukken
2. se contraindre
v

1) zich geweld aandoen (om)

2) zich inhouden

Dictionnaire français-néerlandais > contraindre
16 violenter

violenter [vie.ollãtee]

〈 werkwoord〉

1 verkrachten

2 〈 formeel〉 geweld aandoen ⇒ verdraaien

v

1) verkrachten

2) geweld aandoen

Dictionnaire français-néerlandais > violenter
17 violence

violence [vie.ollãs]

〈v.〉

1 geweld ⇒ dwang

2 〈 meervoud〉 gewelddadigheden

3 heftigheid ⇒ hevigheid, felheid

♦voorbeelden:

1 〈 schertsend〉 se faire une douce violence • gaarne zwichten voor de aandrang

se faire violence • zichzelf geweld aandoen

faire violence à un texte • een tekst verdraaien

3 violence de caractère • opvliegendheid

1. f
1) geweld

2) heftigheid
2. violences
f pl

gewelddadigheden

Dictionnaire français-néerlandais > violence
18 violence

n. gewelddadigheid

violence

[ vajjələns]

1 geweld

2 gewelddadigheid

3 hevigheid ⇒ heftigheid

♦voorbeelden:

1   acts of violence • gewelddadigheden

     do violence to the truth • de waarheid geweld aandoen

2   crimes of violence • geweldmisdrijven

English-Dutch dictionary > violence
19 Gewalt

Gewalt

〈v.; Gewalt, Gewalten〉

1 geweld ⇒ kracht

2 macht ⇒ gezag, autoriteit

♦voorbeelden:

1 der Wahrheit Gewalt antun • de waarheid geweld aandoen

2 die elterliche Gewalt • de ouderlijke macht; 〈 ook〉 het ouderlijk(e) gezag

höhere Gewalt • overmacht, force majeure

die staatliche Gewalt • het staatsgezag

jemanden, etwas in seine Gewalt bringen • iemand, iets in zijn macht krijgen

sich in der Gewalt haben • zichzelf onder controle hebben

in, unter jemandes Gewalt stehen • in iemands macht zijn

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Gewalt
20 напрячь все свой силы

v
gener. zichzelf geweld aandoen

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > напрячь все свой силы

Страницы

См. также в других словарях:

Herman Van Rompuy — Pour les articles homonymes, voir Van Rompaey. Herman Van Rompuy Herma … Wikipédia en Français

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

geweld aandoen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

geweld aandoen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: